In elke nieuwsbrief wisselen Hedy van den Berk (bestuurder van Havensteder) en Cees Broers (voorzitter van Huurdersalliantie De Brug) van gedachten over onderwerpen die belangrijk zijn voor huurders. Zij stellen elkaar om de beurt een vraag. Deze keer stelt Hedy de vraag, Cees geeft antwoord.
Op 29 oktober zijn er weer landelijke verkiezingen. De politieke partijen hebben hun verkiezingsprogramma’s klaar. Wonen is hierin een belangrijk onderwerp. Waar ik benieuwd naar ben, is: hoe ziet het woonprogramma er wat jou betreft uit? Als je alle ruimte zou krijgen, welke onderwerpen zou je dan aanpakken? En op welke manier?
Met vriendelijke groet,
Hedy van den Berk, bestuurder van Havensteder
Dankjewel voor je interessante vraag. Laat ik vooropstellen dat de verkiezingen mij niet snel genoeg kunnen beginnen. Er moet op woongebied veel gebeuren, maar alles staat nu stil. Hopelijk hebben we begin volgend jaar een nieuw kabinet dat concreet aan de slag gaat met de opgaven die er liggen. Meerdere opgaven op het gebied van wonen en volkshuisvesting kunnen hier eigenlijk niet op wachten.
Als ik een woonprogramma mocht samenstellen, dan zou ‘nieuwe woningen bouwen’ met stip bovenaan staan. Dit moet wat mij betreft sneller – en dan vooral de tijd tussen de vergunningaanvraag en de start bouw. Bij de inspraakprocedures valt bijvoorbeeld veel tijd te winnen. Natuurlijk is het goed dat mensen bezwaar mogen maken bij bouwplannen, maar de procedures om dat te doen nemen (te) veel tijd in beslag. De regelgeving over die procedures zou ik meteen aanpassen.
Gaat het over nieuwe woningen bouwen, dan rijst ook de vraag: waar gaan we die bouwen? Zeker in de stad is weinig ruimte. Daarom vind ik dat we anders naar locaties moeten kijken. Dat vraagt soms om concessies, zoals stukjes groen opofferen voor woningbouw. Dat groen kun je natuurlijk wel laten terugkomen. Bijvoorbeeld op gevels of in de vorm van een daktuin. Ook zou ik veel meer meters willen maken met optoppen: extra verdiepingen bouwen op bestaande gebouwen. Dat gebeurt nu nog veel te weinig. Kortom, het is tijd voor actie!
Een ander onderwerp dat hoog op mijn ideale woonprogramma staat, is betaalbaarheid. Steeds meer huishoudens, ook de middeninkomens, komen financieel in de knel door de alsmaar stijgende kosten. Daar moet bij de toewijzing van woningen veel meer rekening mee gehouden worden. Voor de mensen die al een huurwoning hebben en in de financiële problemen raken, zijn andere oplossingen nodig. Een voor de hand liggende oplossing is dat zij naar een woning verhuizen die zij wel kunnen betalen. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar er zijn wel mogelijkheden. Naast woningen bouwen kunnen we bijvoorbeeld meer samenwerken met andere woningcorporaties. Bijvoorbeeld in Barendrecht en Rhoon. Samen heb je een groter, meer divers aanbod en sta je financieel sterker.
Verhuizen naar een andere woning heeft ook een sociale en menselijke kant. Veel huurders zijn gehecht aan hun plekje en hun buren, en willen niet weg. Of zij zien op tegen een verhuizing. Het is aan de woningcorporaties om hierover met huurders in gesprek te gaan, in alle openheid en met wederzijds begrip. Dit brengt mij tot het derde speerpunt in mijn ideale woonprogramma, namelijk transparantie. Het is belangrijk dat woningcorporaties zich uitspreken en in gesprek blijven met huurders. In Lombardijen, waar ik in de gebiedsorganisatie zit, gaat dat goed. Samen met Havensteder houden we bijvoorbeeld participatiemiddagen. Daarin praten we huurders bij over belangrijke onderwerpen en denken we met elkaar na over verbeteringen en oplossingen. Die middagen worden enorm gewaardeerd.
Ik ben ervan overtuigd dat we met elkaar – huurders, Havensteder en andere corporaties en partijen – tot snellere en betere oplossingen komen voor de uitdagende woonopgaven. Ik hoop van harte dat het nieuwe kabinet straks vanuit deze zelfde overtuiging aan de slag gaat.
Met vriendelijke groet,
Cees Broers, voorzitter van De Brug
